- Amerikaanse beurzen deden donderdag kort na de opening een stapje terug.
- Eerder op de dag bleek dat de inflatie in de VS weliswaar verder is gedaald, maar dat deze minder sterk afkoelt dan economen hadden gedacht.
- De Amerikaanse centrale bank verlaagde de rente afgelopen maand fors, met als achterliggende gedachte dat de inflatie onder controle is.
- Lees ook: De Amerikaanse centrale bank maakt dezelfde fout als in de jaren ’70: inflatie kan makkelijk weer uit de hand lopen, volgens economisch historicus
Beleggers reageerden donderdag op nieuwe inflatiecijfers in de VS. Die lieten een wat sterkere stijging van prijzen zien dan was ingecalculeerd.
De inflatie kwam op jaarbasis uit op 2,4 procent in september. Dat was iets lager dan de 2,5 procent van augustus, maar economen hadden een sterkere daling verwacht.
Door de afkoelende inflatie besloot de Amerikaanse Federal Reserve vorige maand om de beleidsrente voor het eerst in jaren te verlagen om de economie te ondersteunen. De rentestap van de centrale bank was met een verlaging van 0,5 procentpunt relatief fors.
De vraag die nu speelt is of de centrale bank niet te makkelijk heeft aangenomen dat de inflatie echt onder controle is in de VS. In november vergadert de Fed opnieuw over de rente.
De algehele stemming op Wall Street was voorzichtig, na de winstbeurt een dag eerder. De Dow-Jonesindex sloot 0,1 procent lager op 42.454,12 punten en de brede S&P 500-index verloor 0,2 procent tot 5780,05 punten. Beide graadmeters sloten woensdag nog op nieuwe recordstanden. Techgraadmeter Nasdaq zakte 0,1 procent naar 18.282,05 punten.